Wel of geen dakopbouwen Tijdemanhove?
Het lijkt wel alsof we verzeild zijn geraakt in een aflevering van de Rijdende Rechter in de kwestie rondom de dakopbouwen. Het voorstel aan de gemeenteraad lijkt een eenvoudige reparatie van een punt in het bestemmingsplan waarvan de Raad van State heeft aangegeven dat het niet klopt. Het College stelt voor de dakopbouwen Tijdemanhove toch toe te staan omdat:
De bewoners Tijdemanhove behoefte hebben aan een groter woonoppervlak. Het College geeft aan dat de argumenten van uitzicht, privacy en bezonning niet opgaan voor de huizen waarbij nu de dakopbouw tegenover voorzien is.
Ook is het nog maar de vraag (volgens het College) of de planschade het normaal maatschappelijk risico te boven gaat. Als dit wel zo is, komt de eventuele planschade voor rekening van de initiatiefnemer. Wil die dat niet, dan gaat het hele plan niet door want dan is de economische uitvoerbaarheid niet aangetoond.
Er had niet verwezen mogen worden naar de sociale cohesie; de afweging had op ruimtelijke gronden gemoeten.
Hier brengen de bewoners van de Witmolen tegenin dat: De motivatie van de RvS is gebaseerd op een verkeerde voorstelling van zaken aangaande de argumentatie van de Raad voor haar besluit. In de uitspraak staat: “Ter zitting is vast komen te staan dat de raad zijn beslissing om af te zien van een dergelijke regeling uitsluitend heeft gebaseerd op de veronderstelling dat bewoners van de Tijdemanhove niet bereid waren om in te stemmen met de voorwaarde van het aangaan van een planschadevergoedingsovereenkomst”. De RvS acht dit een onvoldoende motivatie voor het niet toepassen van de afwijkingsbevoegdheid. Dit roept al gelijk de vragen op hoe het mogelijk is dat de argumentatie van de Raad voor haar besluit zo verdraaid en versmald wordt bij een zitting van de RvS, en ook of dit niet consequenties heeft voor de rechtsgeldigheid van de uitspraak van de RvS.
In de beeldvorming bleek dat het verslag van de gemeenteraadsvergadering met het debat en dus ook de overwegingen om de dakopbouwen niet toe te staan, niet bij de Raad van State zijn behandeld omdat zij geen beeldverslagen accepteren als bewijs. Het had uitgetypt moeten zijn en dat zijn onze verslagen niet. Dit vind ik een ernstige tekortkoming die weliswaar deels opgevangen kan worden door meer overwegingen op te nemen in de tekst van een amendement: maar er moet ook nagedacht worden over of deze casus gevolgen heeft voor hoe wij de verslagen van onze vergaderingen vastleggen. Wat als de RvS wel alle overwegingen meegewogen had, was de uitspraak dan dezelfde geweest?
We weten dus niet zeker of het amendement om geen dakopbouwen te willen onjuist was. We hebben toen lang gedaan over het nemen van een besluit. Het laatste wat je moet willen is dat de onzekerheid nog langer duurt en het een nog groter juridisch verhaal wordt.
Daarom moet eerst duidelijker worden of bijvoorbeeld de afwijkingsbevoegdheid een solide instrument is, of de schimmige constructie waarachter de lokale overheid zich kan verschuilen door het risico volledig bij de inwoners neer te leggen. Tot die tijd blijft het Rijdende rechter gevoel overheersen.