Aan de slag: decentralisaties
Wij zijn blij en ook verrast door het initiatief van de VVD-fractie om de drie decentralisaties toch in een oordeelsvormende sessie van onze raad te agenderen. Blij, omdat we niet vroeg genoeg over deze immense stelselwijziging kunnen debatteren met elkaar en ook met het College. Verrast, omdat toen het idee nog maar een paar weken geleden werd geopperd, tijdens een beeldvormende bespreking van de startnotities decentralisaties, om het College maar even haar gang te laten gaan, de PvdA-fractie als enige ernstig bezwaar maakte tegen deze wat laconieke houding, zowel van de fracties inclusief die van de VVD als ook van de wethouder die dat allemaal wel prima vond. Mooi dat voortschrijdend inzicht heeft geleid tot de actie van de VVD-fractie. Hulde.
Wij hebben op basis van de notitie ‘Aan de slag’ de volgende opmerkingen en kanttekeningen:
Allereerst geeft de notitie een goed beeld van wat aan de orde is. Dat beeld is niet volledig en dat kan ook niet, omdat het gaat om een bijzonder ingewikkeld veranderingsproces waarbij heel veel mensen en organisaties betrokken zijn: cliënten, patiënten, hun families en sociale netwerken, vrijwilligers, mantelzorgers, professionals, organisaties, overheden. Het gaat om wet- en regelgeving die nog helemaal door het parlement moet, het gaat om nieuwe taakstellingen voor onze gemeente met bezuinigingen. Het gaat om de vraag of het Rijk aan gemeenten beperkingen gaat opleggen, of toch niet zoals de VNG wil. Kortom, te veel om op te noemen, dus niet volledig. Wie de debatten in de 2e Kamer heeft gevolgd jl. maandag en vandaag weet dat er maar liefst 49 moties zijn ingediend en dat het kabinet met een fors transitieplan komt, dat moet uitmonden in wet- en regelgeving op de terreinen van de kern-AWBZ, de ZVW en de Wmo.
De VVD wil nu al wel aan de slag: niet alleen nadenken, maar ook doen. Doen omdat dan ervaring wordt opgedaan met wat werkt en wat niet. De VVD richt zich met name op de participatiewet en de Wmo.
Een beroep doen op de eigen verantwoordelijk is het startpunt. Dat onderschrijven we. Mensen zullen worden aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid en daarbij staan beginselen als tegenprestatie, compensatiebeginsel en participatie centraal.
Maar we zetten vraagtekens bij de stellige bewering van de VVD, dat het essentieel is dat niet getolereerd mag worden dat degenen die niet participeren daar zonder consequenties mee weg komen. Er moet een helder en consequent straf- en sanctiebeleid komen als noodzakelijke voorwaarde om de kanteling te realiseren, zo lezen we op bladzijde 9.
Wij zeggen: het komt aan op aansluiting zoeken door degene die de zorgvraag moet beoordelen bij de zorgvrager en daar passende arrangementen voor vinden. Dat vraagt deskundigheid en vaardigheden op het gebied van communicatie en het aangaan van niet-vrijblijvende persoonlijke verbindingen, relaties, opdat mensen gaan doen wat nodig is en waarmee ze verder kunnen in de richting die ons allemaal voor ogen staat, namelijk vermaatschappelijking, meedoen, iedereen doet mee! Dus: bij aangetoond misbruik of de boel belazeren: ja, sancties. En anders: blijven zoeken binnen redelijke grenzen.
En wij hebben en houden oog voor mensen voor wie wat de VVD wil gewoon niet is weggelegd, zoals mensen met een verstandelijke, lichamelijke of psychiatrische functiebeperkingen. Wie kan straks beoordelen wat mensen met deze diagnoses wel of niet kunnen? Of wat ze nodig hebben op het gebied van bijvoorbeeld dagbesteding, werk? Heeft de VVD al nagedacht over welke deskundigheid nodig is om de zorgvragen te beoordelen? En als gezegd wordt: de gemeente moet dit doen, wat bedoelt de VVD daar dan mee? Wat betekent dit concreet?
Het is trouwens nog niet uitgemaakt welke groepen vanuit welk ‘potje’ gefinancierd gaan worden: de kern-AWBZ, de ZVW of de Wmo. De staatssecretaris heeft vandaag in de 2e termijn van het debat toegezegd dat hij voor 1 september helderheid zal geven over welke doelgroep in welk wettelijk kader zal gaan vallen.
Wij vinden elkaar op het gebied van vraagsturing (bladzijde 12). Ook wij zijn voorstander van zorgplannen, begeleidingsplannen, door mensen zelf eventueel met hulp op te schrijven, en niet op basis van een afvinklijst.
Bij het aanbesteden van hulptrajecten plaatsen we vraagtekens. We zijn voorstanders van toelaten van nieuwe zorgaanbieders, maar we willen geen herhaling van de onzalige ervaringen met de aanbestedingen van de thuiszorg. Dat betekent dat de gemeente en wij als raad toch echt een idee moeten hebben over de gewenste kwaliteitseisen, alvorens contracten aan te gaan. Daar moeten we nog eens goed over doorpraten. Heeft de VVD-fractie daar al omlijnde ideeën over?
De idee om de subsidierelatie met de SWOP op te heffen onderschijven wij niet. Je kunt niet zomaar zo’n relatie beëindigen. Los van wat het voor de mensen die er nu werken en de mensen die worden ondersteund betekent, zou een faillissement het gevolg kunnen zijn, met alle financiële consequenties van dien (sociaal plan, etc.). We onderschrijven de visie van het SWOP dat je nu niet iets moet afbreken dat je misschien al heel binnenkort wel nodig hebt en dus weer zou moeten opbouwen. Afbreken gaat sneller dan iets nieuws bouwen. Wel zal de SWOP meegenomen moeten worden in de denkrichting over de noodzakelijke veranderingen.
De ideeën omtrent Biesilklette, de Watertuin, de Bieslandhoeve zijn creatieve ideeën. Als het lukt die van de grond te trekken hebben ze onze steun van harte. Ook zijn we het zeer eens met het terugdringen van administratieve rompslomp en ingewikkelde procedures.
Het is zonneklaar dat mantelzorgers, meestal familieleden, het in de nabije toekomst steeds zwaarder krijgen. Sommigen lopen nu al op hun tandvlees. Er zijn in Nederland 2,6 miljoen mantelzorgers actief. Wij hebben wel ideeën over de plek die mantelzorgers zouden moeten krijgen in de nabije toekomst. Deze ideeën delen we met Mezzo, de landelijke ondersteuningsorganisatie voor mantelzorgers:
• Betrek ze bij het opstellen en evalueren van mantelzorgbeleid zodat het goed aansluit bij de behoeften van mantelzorgers in onze gemeente. • Neem hen als rechtstreeks belanghebbende op in de Wmo-verordening, zodat zij ook recht hebben op een keukentafelgesprek en gecompenseerd kunnen worden als zij door hun mantelzorgtaken niet meer kunnen participeren op andere terreinen in de maatschappij. • Voer het keukentafelgesprek met zowel de zorgvrager als met de mantelzorger omdat in dit gesprek duidelijk wordt wat het zorgen voor de mantelzorger betekent. Denk hierbij aan de draaglast, de noodzaak en de mogelijkheden tot ondersteuning. • Bekijk tijdens het keukentafelgesprek hoe het sociale netwerk van de zorgvrager en mantelzorger eruit ziet. Naast de mantelzorger zijn er vaak meer mensen die wat kunnen betekenen. • Het keukentafelgesprek resulteert in een arrangement. Neem in dit arrangement ook de eventuele ondersteuning aan de mantelzorger op.